Na de vermoeienissen van gisteren hebben we besloten om vandaag een stranddag te maken. We rijden in anderhalf uur naar Tarifa, het meest zuidelijk gelegen stadje van Spanje en het Europese vasteland.
De rit ernaartoe is prachtig, de weg is uitstekend, het weer is wederom heerlijk en gedurende het laatste gedeelte van de weg hebben we voortdurend uitzicht op Gibraltar, het Engelse overzeese gebiedsdeel. We hebben vernomen dat Gibraltar niet echt een bezoek waard is en dus gaan we naar Tarifa.
Tarifa ligt op slechts 14 kilometer van het Afrikaanse continent en bij helder weer is Afrika ook duidelijk zichtbaar. Wij, als topografische analfabeten, weten niet of het werkelijk Afrika is wat we zien maar we geloven er heilig in en het weer was helder en de zee was heerlijk om in te vertoeven. Ik was overigens de enige in ons gezelschap die zich waagde aan de Atlantische Oceaan. In Tarifa kun je kiezen tussen de Atlantische Oceaan of de Middellandse Zee (Straat van Gibraltar). Zeer tegen mijn verwachting in, blijkt de Atlantische Oceaan een graadje warmer te zijn dan de Middellandse Zee. Ondanks het feit dat dit een wind- en kitesurf paradijs is, zien we er weinig in het water rond peddelen. Wel krijgen een aantal kinderen hun eerste surfles en het lijkt niet bij iedereen even gemakkelijk te gaan.
Aan het strand eten we een heerlijke vissalade en daarna gaan we het stadje in.
We wandelen langs het haventje en laten het Moorse fort rechts liggen. Tarifa kent een klein en intieme binnenstad welke ommuurd is. De Moorse invloeden zijn duidelijk zichtbaar en op een terras in de oude binnenstad genieten we van een drankje, het weer en de relaxte sfeer.
Vanuit Tarifa vaart een ferry in 35 minuten, diverse malen per dag naar Tanger (Marokko). En natuurlijk zijn er ook de boten die toeristen moeten verleiden om walvissen en dolfijnen te spotten. Wij maken hier allemaal geen gebruik van en gaan op tijd terug naar Gaucín om daar op ons terras van de avond te genieten.